Dit is deel 8 van een beschrijving van de diensttijd van Izaäk Oprel in Curacao. De tekst is van hemzelf (!), gefilterd uit vrij uitvoerige brieven die hij naar huis had gestuurd. De foto’s komen uit zijn foto-album, ingekleurd door de maker van deze blog (van heeele kleine zwart-wit-foto’s…, niet altijd even goed gelukt).
Het geeft als het goed is een mooi tijdsbeeld hoe een 20-jarige marinier zijn dienstplicht beleefde destijds.
Dit deel beschrijft de tijd dat hij weer terug in Waterfort was.
Curacao, 7 juli 1952
Wat het weer betreft, dat is zwaar knudde op het ogenblik. Gisteren is er zoveel water gevallen dat het gewoon verschrikkelijk is. Al kan het in Holland nog zo hard regenen, zo keihard als het hier geregend heeft, zal het daar niet veel doen. Vandaag is het niet zo erg, maar je kan toch niet weg want zo nu en dan komt er een plens naar beneden, waar je koud van wordt. Verder gaat het hier op Waterfort zijn kalme gangetje.
Ik zal in deze brief ook weer een foto doen, en wel een van het kamp suffisant. Hij is genomen van af de poort. Op de voorgrond zie je de vlaggemast, en achteraan de barakken. Je kan ook wel zien dat het terrein schuin loopt. Rechts zie je een gebouw boven de laatste barak uitsteken, en dat is de cantine. Die staat ook op het hoogste punt van het kamp. Een vlak stukje terrein heb je daar niet. Als je goed kijkt zie je, dat je met een trapje ( 5 treden)de barak in gaat, maar aan de andere kant is het gelijkvloers, dat is ook zo met de rij die er achter staat, en alles bij elkaar is het nog een behoorlijk verschil.
Dat pakje is weg, en het gaat met de “Willemstad” mee, dus als er niets in de weg komt kunnen jullie het in 3 a 4 weken hebben.
Nou ik ga er mee stoppen en mijn pak strijken want morgen sta ik weer bij de Gouverneur voor de deur, en moet ik me dus een beetje als marinier vermommen.
Curacao, 13 Juli 1952
Hier lijkt het er veel op dat we in de regentijd zitten, we hebben iedere keer een regenbui, waar je steil van achterover slaat, maar als het niet regent, smoor je amper gelijk.
Ik zal blij zijn als ik ook weer eens kan toeren (red: motor). Zo nu en dan vraag ik me wel eens af of nog wel fietsen kan, maar dat zal wel meevallen. Ik heb hier nog een foto van de reis op de Ceram. Achter me zit Timmerman en daar achter Henk Visser. Van de Tafelberg heb ik ook nog een stelletje mooie foto`s, die stuur ik ook nog wel eens.
Zelf sta ik daar nergens bij, want de foto die ze van mij maakten is mislukt, maar dat is ook al weer niet erg.
Curacao, 17 Juli 1952.
Gisteravond ben ik bezig geweest met een plunjekist in elkaar te spijkeren, dat is wat gemakkelijker met het verhuizen. Hier op Waterfort ben ik zo`n beetje de schilder. Ik had een paar kleinigheidjes geverft, en dat scheen nog al in de pul te vallen, en nu heb ik het hele onderofficierenverblijf al moeten schilderen. De officieren die hier zitten waren het er over eens dat je toch wel kon zien dat ik schilder van mijn vak was. Het beste zal zijn dat ik ze maar zo wijs laat, want als schilder heb je het nog zo kwaad niet.
Zaterdag hebben we weer eens een parade i.v.m. een beediging, dus dan ga ik ook maar weer eens meelopen.
Hieronder een foto-galerij. Klik op een foto voor een vergroting c.q. voor bladeren door de galerij heen.
Curacao, 25 Juli 1952.
We zitten nog steeds op Waterfort, en ik maak het er best. Nog een week en dat zit er dan ook weer op (jammer genoeg). De tijd draait hier ook zo hard dat er geen houden aan is.
Woensdag ben ik nog een paar keer doorgeregend, want er is bar veel water gevallen, maar nu is het een paar dagen lang al weer knetterheet. `s Middags is er ook niet veel meer aan om schildwacht te staan, want het schijnt dat iedereen te lui wordt om buiten te komen met die hitte.
Gisteravond ben ik nog naar het zeemanshuis geweest en daar liep ik Jan de Bloeme weer eens tegen het lijf, ik was deze maand nog niet bij hem geweest, omdat de “Ceram” meestal buitengaats was. Maar nu zal ik volgende maand maar weer eens gaan, want nu kan ik me niet veel uitgaven meer veroorloven. Daarvoor zitten we te dicht bij de stad en dan is je katje zo gepiept, maar ja over een paar dagen hebben we weer nieuw.
Ik heb weer een foto die ik mee stuur, het is er een van de Tafelberg. De foto is wel wat donker maar in werkelijkheid is er volop zon, geen wind en gloeiend heet. Ik sta in het midden van die vijf. Een korporaal was met mijn toestel een eindje hoger geklommen. We zitten hier ongeveer op de helft, en hij is in totaal 360 m moog. Je ziet wel dat er struiken groeien, maar er is geen kruimeltje grond hoor, bovenop ook niet, en toch stond hij bovenop vol cactussen. Volgende maand moeten we waarschijnlijk tegen de hoogste berg van Curacao op +/- 400 m., maar ik mag die klimpartijtjes wel.
Curacao, 30 Juli 1952
Vanmiddag ben ik de stad weer ingeweest voor wat inkopen. Iedere maand sta ik er weer versteld van hoeveel kleinigheidjes je weer nodig hebt om de volgende maand weer door te komen. Maar ja ik ontving gister weer f 88.- dus kunnen we weer vooruit.
Nou ik ben weer schilder geweest, de verf is op. Nu ben ik electricien. Ik heb de cantine van licht voorzien, en een kamer die ingericht werd voor verlofgangers. Van ochtend was ik bezig met een lichtpunt in de doucecel, en sloeg met een gangetje op mijn pink, nu zit ik natuurlijk met een blauwe nagel, maar tegen dat ik thuisvaar heb ik wel weer een nieuwe.
Die foto die ik er nu bij doe is van de Plantage Fontein op Aruba. Het is de enige plantage op Aruba waar groente te krijgen is, het eigenaardige is, dat er kilometers in de omtrek geen emmer vol grond te vinden is. De groente wordt gekweekt in houten bakken. Die bomen die je er ziet groeien in gaten en spleten. Die plantage hebben ze daar neergelegd, omdat daar de enigste bron is die genoeg water geeft voor zo`n bedrijf. Die Chinezen die er op werken moeten wel hard sjouwen om de boel nat te houden, maar ze verdienen er goud mee.
Het was de gewoonte, dat als er een goede bekende uit het peloton naar huis ging dat hij werd “afgeduwd” door de maats. Maar vooraf gingen ze dan een avondje uit. Zo ook wij met Jaap Timmerman, we zijn naar het Zeemanshuis gegaan en daar ombeurten een rondje gegeven (8 man), dus 8 Wisky`s, en dat was ik helemaal niet gewent. De kapelaan, (het was een katholiek huis) kwam aan mij vragen of ik “als je blieft” de jongens mee naar huis wilde nemen. Hij had aan mij kennelijk niet gezien dat ik net zo dronken was. Dat lukte me wonderwel. Maar `s nachts had ik het niet best want alles wat ik op had moest er weer uit, en de andere dag weer op wacht.
Curacao, 4 Aug. 1952
Ziezo, er is weer een maand om, en we zitten voor de laatste dag op Waterfort. Wij zijn de laatste van ons peloton die de wacht lopen, zodoende gaan vandaag al de meeste naar Suffisant. Omdat er vandaag te weinig mensen zijn doe ik vandaag dienst als korporaal, voor een keer is dat wel aardig, maar ik kom vannacht niet op bed, dus dat is een nadeel. Daarbij komt nog dat we maar met 2 man zijn, dus loop ik het ene uur Kpl. van aflossing,(schildwacht op post brengen), en het andere uur Kpl. portier, dus loop ik 6 uur wacht en vannacht gewoon wakker blijven.
Ik heb nog gauw inkopen gedaan, en heb een soort windbreker gekocht met een bondkraagje, het is een fijn ding hoor. Ik heb hem 5 minuten aangehad, maar stak amper de moord, die dingen worden hier veel gekocht, maar alleen door militairen en zeelui, vooral die uit Noorwegen en zo.
Ik heb ook nog een foto. Deze keer van mezelf. Hier loop ik ook kpl. van aflossing (ik ben het deze maand al meer geweest) en het is ook op Waterfort. Dat zwarte ding dat achter me ligt, is een heel oud kanon.
Leave A Comment